proefnotities Jan van Lissum
***
Riserva di Bacco Ronco Grande dei Colli Mendrisiotto, Valsangiacomo, Ticino, Zwitserland 1989
Het Zwitserse familiebedrijf Valsangiacomo dateert uit 1831 en hield zich aanvankelijk bezig met wijnverkoop. Rond 1900 begonnen ze met eigen wijnproductie. Enkele familieleden vestigden een bodega in Alicante, Spanje, aanvankelijk voor aankoop van druiven, maar uiteindelijk als zelfstandig producent – o.a. bekend om zijn vermouth. Het Zwitserse Valsangiacomo beschikt tegenwoordig over 60 hectare aan wijngaarden, waarvan 16 ha in eigen bezit. Ze liggen in de glooiende heuvels van Mendrisio, in het zuiden van de regio Ticino, die sinds 1997 een DOC-kwalificatie bezit. Het warmere mediterrane klimaat en de bodem van klei en kalksteen maken de streek uitermate geschikt voor de merlot, die hier dan ook zo’n 80% van de totale aanplant inneemt.
Merlot; ontwikkelde kleur, helder met lichte bruine rand, in de geur licht ontwikkelde aroma’s, o.a. paddenstoelen, truffel, rijp, mals mondcontact, nog goed fruit in het vrij stevige middenpalet, goed versmolten aroma’s, nog redelijk soepel, kruidige ondertoon, elegante finale.
***(*)
D’Angelo, Aglianico del Vulture, Italië 1985
Het familiebedrijf D’Angelo speelt al bijna honderd jaar een hoofdrol in de Zuid-Italiaanse wijnstreek Basilicata, zeker als het gaat om het verhogen van de kwaliteit en de bekendheid van wijn gemaakt van de voornaamste rode druif hier, de aglianico. Tot 1950 produceerde het bedrijf voornamelijk bulkwijn, maar sindsdien worden de wijnen uitsluitend onder eigen naam gebotteld. Mede dankzij D’Angelo kreeg de aglianico-druif in 1971 zijn perfecte podium: de eigen DOC-kwalificatie Aglianico del Vulture. In 1976 exporteerde het bedrijf als eerste aglianico-wijn naar Duitsland en de Verenigde Staten.
De aglianico is een van de oudste Italiaanse druivenrassen en komt behalve in Basilicata ook veel voor in het naburige Campania. Hij voelt zich zeer goed thuis in de oeroude vulkanische bodem van de Vulture en levert geconcentreerde wijnen op met rijp donker fruit, frisse zuren als tegenwicht, veel tannine en een groot bewaarpotentieel.
Aglianico, 18 maanden houtrijping; ontwikkelde kleur en geur, opvallend goed smaakpalet voor een 40 jaar oude wijn, ontwikkeld maar aangenaam, zacht en soepel, aromatisch, rijp fruit, goede zuren, knappe balans, verrassend mooie wijn voor aan tafel.
**
Château de France, Pessac-Léognan, Frankrijk 1996
Hoewel Château de France in 1959 buiten de boot viel bij de classificatie van topdomeinen in de Bordeauxregio Graves, doet het kwalitatief niet of nauwelijks onder voor de drie omliggende Grand Cru’s: Domaine de Chevalier, Château Malartic-Lagravière en Château de Fieuzal. Nadat het domein in 1975 in handen kwam van de familie Thomassin, werden de wijngaarden volledig opnieuw beplant en werden de kelders opgeknapt en gemoderniseerd. Het bezit omvat 40 hectare aan wijnstokken (36 hectare rood, 4 wit) die staan aangeplant op een van de hoogste heuvels van het plateau van Léognan. De bodem bestaat uit zand, grind en keien, op een onderlaag van klei, kalk, zand en zandsteen. In het zuiden zorgen de bossen van de Landes voor beschutting.
Cabernet sauvignon, merlot; nog altijd mooie kleur, vrij licht geëvolueerde geur, plooit langzaam open, vitale aanzet, fruitig, goede zuren, kruidige ondertoon, mooie aroma’s, goede balans, klassieke ervaring.
Bij openstaan verliest de wijn al snel zijn charme. De geur wordt monotoon, het fruit verdwijnt naar de achtergrond. De smaak is duidelijk beter dan de geur, maar wordt vlakker en bijterig.