Uit de Proefschrift-archieven
Voor het boek Puurst van Jonnie en Thérèse Boer (Uitgeverij Komma) schreven Jan van Lissum en Louis Janssen een aantal teksten over de basissmaken in wijn. Later verschenen ze ook in Jaargids Wijn 2014 (Proefschrift 26.5).
tekst Jan van Lissum en Louis Janssen
Vet geeft een bijna crèmige sensatie, er ontstaat een bepaalde soepelheid in de balans
Gistcellen
De smaak vet ontstaat in wijn onder meer als gevolg van bepaalde bereidingstechnieken. Voor hogere witte wijnen is het soms gebruikelijk om de klare wijn een tijdje te laten rusten op de dode gistcellen en die geregeld door de wijn te roeren. Daardoor krijgt de smaak iets vettigs en wordt uiteindelijk soepeler zonder kracht of structuur te verliezen. Je kunt dat soms zien als de wijn in het glas zit: er ontstaan ‘benen’ aan de binnenkant. Als wijnboer moet je wel met die techniek om kunnen gaan. Je krijgt wijnen met tamelijk veel rondeur. Je moet vet feitelijk zien als het smeermiddeltje voor de andere smaken.

‘Oloroso: het vet geeft een soort pseudo-warmte in je mond’