Laaggeletterden. En chic woord voor lieden die gebrekkig kunnen lezen en schrijven. Maar wie het waagt die term in verband te brengen met wijn-‘columnisten’ moet oppassen…

Want vanuit hun onverbeterlijke zelfoverschatting kletsen derde-garnituurs-leuteraars zelfingenomen onzin bij elkaar die ze bijna voor een literaire prestatie houden. De zogenaamde ‘likers’, een groep ‘fans’ die minstens zo kritiekloos is als degene die ze ‘volgen’, bevestigt deze stuntelaars in de veronderstelling dat ze zinvolle bijdragen leveren aan de wijnweterij.

Stroop internet maar eens af op zoek naar wijn-‘columns’ en je komt er al snel achter dat het kaf multivoudig het koren overtreft. Dat is trouwens overal het geval waar brallers het met stemverheffing denken te winnen van degenen die met kennis van zaken te werk gaan. We leven godzijdank in een land, waar ook iedere wijngek z’n stem kan laten horen, of dat nou zinnig is of niet. Maar wie al dat geklets eens analyseert, komt tot de ontstellende ontdekking dat de onbenulligste schrijfsels bij ondermaatse supporters niet onverdienstelijk scoren.

Die vrouwtjes
Zo las ik op een wijn/spijs-website deze gevoelige bijdrage:

“Al dat gezeur van die vrouwen. Ik krijg er wat van”.
En hij dronk er nog een; … op het bankje.
“Het enige wat ik nog heb, een rieslinkje, elke dag een fleske. Moet toch kunnen?”
Met zijn ogen wat betraand – niet van verdriet, maar van de drank – keek hij mij aan.
“Ik heb mijn leven achter de rug en als ik dood ga, wil ik in mijn kist een rieslinkje…, zeker weten.”
Hij moest er zelf om lachen en moest daarbij zijn kunstgebit vast in de mond houden.
“Tja…,” zei ik, “wat moet ik hierop zeggen? Een rieslinkje in je kist. Het is wel donker in je kist…, knoei je dan niet?”
“Ach”, zuchtte hij, “Die vrouwtjes merken dat toch niet!”
Weer keek hij mij aan, en zei “Het is de schuld van die vrouwtjes, dat ik een rieslinkjedood sterf, hadden ze maar meer aandacht aan mij moeten schenken , ….., in plaats van aan elkaar.”
Ik hield mijn mond en dacht ‘wat een wereld?’.

Deze (serieus bedoelde) wijn-‘column’, gepruts, harkerig Nederlands en daarom die naam onwaardig, is geschreven door ene Peter Zwarts. Dat stond erbij. En dat is maar goed ook. Stel je voor dat ze deze ‘poëtische’ wartaal zouden hebben toegeschreven aan gebrevetteerden van de Schrijfacademie. Dan zouden al die cursussen niks hebben uitgehaald.

Talent en zo
De ‘columnist’ zelve gelooft in z’n ‘talent’ omdat z’n prestatie is afgedrukt. Dat doet ook ene Jean van Bommel die voor Wijngekken wel eens iets uitkraamt. Laatst bekende uitspraak met een opvallend waarheidsgehalte: ‘Uiteindelijk is smaak toch wel de grootste drijfveer voor de smaakpapillen’. Jean maakt het iets bonter als ie beweert dat we ‘klimaatrisico’s moeten indekken’.
Laaggeletterd? Niet per se. Wel zwak taalgebruik. Maar daar lijdt het halve land al aan. Dus waar maken we ons druk over. Gewoon overslaan zo’n rammelende wijn- ‘column’. En de betere gaan lezen.

Hoewel, waarschijnlijk niet besteed aan zwakgeletterden die niet in staat zijn het verschil te verteren. Die zijn, al kun je het amper geloven, zelfs al doorgedrongen tot de redactie van een ‘kwaliteitskrant’. Anders zou de Volkskrant nooit hebben geschreven dat er bij het Nederlands Forensisch Instituut met een ‘vrijwillige vragenlijst’ zou zijn gewerkt. Voor degenen die het nog niet door hebben: het ging om een vragenlijst die niemand tot antwoorden dwong.
Tja …