Valse Meesters. Zo noemde ik vorig jaar de beloonde hengelaars naar een (valse) meesterstitel. Die werd ´toegekend´ als een sommelier en een chef samen de ‘beste’ combinatie van een paar gerechtjes met wijn zouden bedenken. Jeunes Restaurateurs deed toen ook nog mee. Dit jaar niet meer. Zouden de heren hebben ingezien dat ze zich niet langer zouden moeten inlaten met een commercieel opzetje van het Franse wijnhuis Tariquet, het Nederlandse LFE en de Groupe du Vin, die bestaat uit een handvol samenwerkende wijnhandelaren? In oktober is er weer zo’n ‘finale’. En dan gaat er opnieuw een nep- ‘meester’-titel naar een of ander restaurant dat zich voor deze nijverheidsconspiratie leent.
Voor de kar
Meester van Wijn en Spijs. Een ronkende titel, zei ik vorig jaar al. Waarbij je je voorstelt dat de titelvoerder het niveau heeft van een Meester Sommelier of een nog hogere wijnoloog. Maar omdat zo langzamerhand in dit land alles de sporen van inflatie draagt, is dat een brug te ver. Je kunt nou dus al ‘meester’ worden als je bereid bent je als ambitieuze ezel voor de reclamekar van een Franse wijnmaker te laten spannen. Doe je dat, dan is er zicht op een fraaie oorkonde. Dat je aan zo’n gelegenheidsoeuvre dan net zo lang knutselt tot de wijn het accepteert, weet iedereen die vertrouwd is met dit soort sessies. Daarom komen serieuze culinaire journalisten ook het liefst ergens onaangekondigd eten. De ‘pay off’: De ‘chef’ die zich naar de smaak van enkele ‘beroepsfijnproevers’ als beste ‘onderscheidt’ mag zich ‘Meester van Wijn & Spijs’ noemen. Op grond van een voorgekookt resultaat dat ook nog eens nadrukkelijk aan bedrijfspromotie is gekoppeld.
Maar niet alleen ambitieuze cuisiniers laten zich deze slimme reclameact welgevallen. Ook een handvol ‘wijn- en foodprofessionals’ vindt dat hun reputatie wel een dieptepunt kon verdragen. Ze verbinden als ‘beoordelaars’ hun naam aan een ‘wedstrijd’ die hoogstens gelegenheidsbling zou mogen opleveren, maar nooit een ‘Meester’.
Foute indruk
Dat de ‘Groupe du Vin’, want het mag weer niet op z’n Nederlands, brood ziet in zulke vertoningen hoeft geen verbazing te wekken. Dit ‘unieke samenwerkingsverband van zelfstandige wijnhandelaren’ wil zich commercieel profileren. Dat mag, als er maar geen ‘meesterschap’ aan wordt gehangen. Want dat hoort gekoppeld te zijn aan bewezen vakmanschap dat niet uitsluitend berust op eenmalig kokkerellen bij drie ‘verplichte’ wijnen van Tariquet. Die niet geautoriseerde titel wekt de foute indruk dat de ’titularis’ een culinaire zwaargewicht is, die de meesterkok (met een officieel erkende status) ver achter zich laat.
Mentaliteit
De eigenlijke ‘meester’ in dit geheel is dat gewiekste Franse wijnbedrijf, dat dit jaar opnieuw tientallen lieden commercieel op de knieën krijgt, al zullen de betrokkenen dat in alle toonaarden blijven ontkennen. Dit soort schertscompetities verdient geen titels waarvoor anderen jarenlang hebben moeten studeren. Aan een erkende culinaire academie bijvoorbeeld. Of bij de Stichting Vakbekwaamheid Horeca. Dat niettemin blingbegerige restaurateurs voor deze ‘competitie’ te porren zijn, zegt wat over hun mentaliteit. Los daarvan illustreert zo’n non-‘event’ nog eens tot welk niveau ‘professionals’ bereid zijn af te dalen.
Hoedt u dus voor commercieel uitgevonden, valse ‘meesters’, die door middel van een opgeblazen titel meeliften op de gediplomeerde vakbekwaamheid van de echte ‘maîtres’. En zich daarmee, met een variant op een Duits gezegde, Meister in der Beschränkung tonen.
