Waarom er nog geen ‘genderneutrale’ wijn is, vroeg mij onlangs een bekende in ombouw. Als alles nou genderneutraal moet worden en er zelfs steeds meer gaybra-paden komen, waarom blijft wijn dan tot nog toe buiten schot?
Akkoord, er zijn toiletten waar je, ongeacht je vleselijke constructie, gedeformeerde wijn kwijt kunt. Maar aan etiketten kun je niet aflezen of zo’n fles jou niet tot in de diepste vezels beledigt. We zijn al wel zover dat mannelijke proevers met stelligheid denken te kunnen vaststellen of een wijn ‘vrouwelijk’ van karakter is of niet. En omgekeerd vinden nogal wat vrouwen dat er teveel wijn uit een mannenwereld komt die wijnvrouwen niet zo hoog heeft zitten. Daar reageren vrouwen dan weer op met de nog niet overtuigend bewezen stelling dat vrouwen ‘beter proeven’ dan mannen. En daar hoort dan het verhaal bij dat ze ‘genetisch’ alerter zijn in de gewaarwording van aroma’s en smaken, omdat zij geslachtelijk zijn voorbestemd hun nakomelingen te behoeden voor gevaren uit de boze wereld.
Apartheid
Soms lijkt het erop dat die vrouwen aansturen op een apartheidspolitiek in de wijn. Ze conspireren in allerlei verenigingen die wijnmannen zorgvuldig buiten de deur houden, omdat het dominante, arrogante, alwetende, brallende en botte wijngedrag van die mannen hun al decennia de keel uithangt. In ons land zweren die vrouwen nog niet zo duidelijk samen. Maar in Duitsland en vooral in Frankrijk floreren de feminiene genootschappen, die alleen nog maar een eed van trouw over hebben voor de Wijnmaaksters van het Jaar en die andere al lang hebben vergeten. Denk aan Vinissima, het nationale Germaanse netwerk voor vrouwen in de wijn. En aan al die Associations en Cercles voor ‘femmes de vin’. Van genderneutrale wijn hebben ze hun buik vol. Topwijnen maken ze, met een typisch vrouwelijke ‘touch’. Ze staan aan het hoofd van hun wijnbedrijf, zijn wijnadviseur, gérant du château of topsommelier. En er wordt – al is het dan nog niet overal – beter naar hun opvattingen geluisterd.
Ongehoord
Bij de wijnpersoonlijkheden van het jaar neemt het percentage vrouwen zienderogen toe. En dan te bedenken dat de Franse bourgeoisie aan het eind van de achttiende eeuw nog als code uitdroeg dat ‘une femme honorable ne boit pas de vin’. Onder invloed van progressieve dames als Françoise de Savoye d’Yquem, Alexandrine Pommery en Berbe Nicole Clicquot-Ponsardin kwam daar in de eeuw daarna snel verandering in. Totdat in de jaren zeventig van het vorige millennium de doorbraak kwam: vrouwen die hun eigen wijndomein begonnen. Intussen heeft die ontwikkeling zich wereldwijd doorgezet. Niemand kijkt er meer van op dat in Zuid-Afrika een zwarte vrouw een wijnbedrijf leidt.
Nog geen cercle
Wijn geslachtelijk projecteren is bij ons geen wijd verbreide bezigheid. We hebben wel een vrouw als ‘wine director’ in een Amsterdams restaurant. En een ‘Wijngids voor vrouwen’, waarin wordt afgerekend met de mannenmentaliteit van ‘Wein, Weib und Gesang’. Eigenlijk een handboek bedoeld om de ‘mutsen’ onder de wijnconsumenten meer notie bij te brengen. Dus toch een soort wijnapartheid.
Genderneutrale wijn zit er dus, godlof, voorlopig niet in. Geen regenboogetiketten op flessen met vermelding van geslachtloze ingrediënten. Maar evenmin promotie voor wijn ‘met ballen’. Of voor wijnscheppers die hun ‘transitie’ goed hebben doorstaan en nu ‘creatrices’ zijn geworden. Zelfs ons woord wijn blijft mannelijk, terwijl ‘s heren wijsheid toch in de kan is als ie er teveel van drinkt.
Jammer, maar het is niet anders. Tenzij er een Cercle voor transgenderse wijnwezens zou oprijzen. Waarvoor ik nog geen aanstalten heb mogen bespeuren. Ik moet er niet aan denken wat we dán in ons glas zouden krijgen…