Als een trein
Ha, dacht meteen de wijnhandel. Daar springen we in. En alsof het afgesproken werk was, volgde op de waarschuwing van het Rijk meteen opbeurend nieuws uit de voorraadmagazijnen. Dit jaar kwamen er vier maal zoveel alcoholvrije ‘wijnen’ op de markt als in 2018. Bij Appie hebben ze er nu al 13 in het assortiment. Een mevrouw die bij ABN AMRO markten volgt, kwam plots naar buiten met commerciële uitspraken die ze van importeurs had opgetekend. Die wonnen uit haar mond ineens aan Gezag, al werden ze vrijwel klakkeloos overgenomen. De handel in alcoholvrije ‘wijn ‘ zou zijn gaan lopen als een trein. Want we zijn meer op onze gezondheid gaan letten, hebben geen zin in blaastesten en haten in ledigheid vegeterende senioren die ’s middags hun dubbele tong al niet meer in bedwang kunnen houden.
Wat moeten nou al die behoudzieke wijnimporteurs die vinden dat we ‘verantwoord’ (en wat is dat dan?) moeten blijven drinken ? Is ‘wine in moderation’, met die rare raadgever Wim, nog wel te slijten? Of moeten ze zich voorbereiden op een nationale kelderopruiming en alles vervangen door nul-flessen? Dat wordt een strategische afweging die niet iedere wijn-negoot gemakkelijk zal vallen. Daar zitten er zelfs bij die dat gedoe met die gecastreerde wijn volstrekt negeren. ‘Wij weigeren onze klanten iets voor te houden waarin we zelf niet geloven’, zei er één op Facebook. Want een wijn waar je de essentiële beleving uit haalt is dan gedegradeerd tot een ‘klotenloos’ surrogaat dat van Brussel niet eens wijn mag héten, omdat er geen minimaal percentage alcohol meer in zit. Op het flesetiket dus geen gerommel met dat woord.
Gootsteen
En dan al die aposteltaal van die wijnverkrachters. Die leggen je uit dat ze het vocht eerst demonteren, dan achteraf alcoholisch amputeren omdat je dan ‘meer een echte wijn’ zou krijgen en vervolgens weer structureren met neparoma’s. En dat spul zou dan de laatste tijd in kwaliteit ‘behoorlijk zijn verbeterd’, roept de schapbewaakster van de Grutter des Vaderlands. Ik heb er nog geen enkele professional over horen jubelen.
Ze wijzen eerder op de gootsteen dan op de feesttafel waar die nep nog ver van een waardige vervangstatus is verwijderd. Stevige alcoholpercentages zodanig met smaakstoffen imiteren dat de consument zich door z’n eigen hersens laat beduvelen, is nog geen eenvoudig karwei. Ook niet bij bubbelwijnen, zoals een recente proef van de Consumentenbond heeft uitgewezen. Daar haalden de meeste flessen het spoelbakniveau.
De brood-importeurs zeggen er méér in te zien. Een enkeling meldde zelfs het afgelopen jaar 43% meer te hebben omgezet dan daarvoor. Dat zegt meer over het smaakhiaat van nul-drinkers dan over zelfbescherming.
Zieners hebben al aangekondigd dat de toekomst aan de wijnhaters is. Die houden voor ogen hoe het land langzaam maar zeker tabaksvrij wordt en spiegelen zich aan de resultaten. Nicotine-verschoppelingen mogen nog paffen op horecaterrassen, maar ook die zullen straks in rook opgaan.
Moeten we dus vrezen voor drooglegging? Gedeeltelijk. Het drinkgedrag zal zich richten naar de maatschappelijke tolerantie, die buiten het fanatieke consensusdenken in wijnhatersgelederen nog welig tiert. Al die omhoogkletserij heeft nog maar 1% marktaandeel opgeleverd. Daarom voorlopig geen verkettering van wijnliefhebbers die bij gelegenheid van een goed glas genieten en ervoor bedanken als paria te worden weggezet.
Dat zijn in hun ogen eerder de zielenpieten die er zo nodig bij willen horen en daarom net doen of ze echte wijn drinken.