classement de 1855

Eigenlijk raar dat het ‘classement des grands crus de Bordeaux’ van 1855 in kringen van Franse-wijn-verheerlijkers nog altijd wordt gekoesterd als kostbaar ‘erfgoed’. En niet alleen daar, maar ook onder geregelde primeur-proevers die zich door de ‘grote’ châteaux graag laten inviteren? Omdat het na ruim anderhalve eeuw nog steeds ‘prestige’ uitstraalt. Misplaatst, want het klassement is in kwaliteitsorde al lang achterhaald en vertoont hiaten. Bovendien zijn de terroir- en wijngaardgrenzen in de ‘top’-groep voortdurend aangepast en de châteaux herhaaldelijk van eigenaar gewisseld.

Houtworm

Desondanks, vindt Philippe Castéja, president van de overkoepelende grands crus-vereniging, heeft het ‘classement’ nog steeds een positieve invloed op de Franse wijncultuur. Kan zijn, maar inmiddels zit er zoveel houtworm in dat het nauwelijks meer als kader voor topprestaties in de wijn kan dienen. Dat vond nog niet lang geleden ook het Franse wijntijdschrift La Revue de Vins de France. Dat besloot al die hoog gerangschikte wijnhuizen nog eens door te lichten. Die momentopnamen van één persoon lieten afwijkingen zien die in ieder geval aantoonden dat het klassement aan ingrijpende revisie toe is. Niet naar de zin van de betrokken châteaux-eigenaars en wijnmakelaars die de huidige situatie liever gehandhaafd zien omdat ze daar hun profijt uit halen. Want ‘grands crus classés’ hoe matig hun ‘beleving’ vanuit het glas ook mag zijn, hebben in prijs nog altijd een referentie-functie voor het totale wijnaanbod in Bordeaux. Anders gezegd: de nog steeds oplopende prijzen voor geklasseerde wijnen zijn richtinggevend voor wat daarna komt.

Omdat dit al jaren het stabiele, maar bedrieglijke beeld is, besloten andere domeinen een alternatief klassement op te zetten. Zo ontstonden de crus bourgeois, waarover vervolgens jarenlang is geruzied omdat het toelatings- en keuringsbeleid een regen aan klachten van afgewezen en rebellerende wijnboeren opleverde. Inmiddels is de rust weergekeerd en mogen er met ingang van de jaargang 2018 weer drie kwaliteitsaanduidingen op de etiketten staan in de Médoc, Haut Médoc en in de zes gemeenten die daar een eigen appellation hebben. En het is geen uitzondering dat in die regio bij vergelijkende proeverijen premiers grands crus het afleggen tegen crus bourgeois.

Prijs als basis

Destijds is het ‘classement’ er gekomen omdat Napoleon de Derde er indruk mee wilde maken op collega-staatshoofden bij de Wereldtentoonstelling. De lokale Kamer van Koophandel draaide het snel in elkaar met het prijsniveau als basis voor de rangorde. Hoe duurder de wijn, des te hoger een château zich in de pikorde plaatste. Het gebeurde onder tijdsdruk ook nog slordig, want verschillende wijnhuizen werden gewoon vergeten. Zo is dus een klassement ontstaan dat puur op prijs en niet op kwaliteit leunde, terwijl het nu gezien wordt als onderdeel van de Franse ‘identiteit’. Geen wonder dat de buitenwacht verbaasd opkeek toen het ‘classement’ werd voorgedragen voor de wereld-erfgoedlijst, met steun van de toenmalige regering.

Lang niet alle grands crus classés maken de laatste jaren hun indeling waar. Bovendien komt er steeds meer concurrentie van alternatieve klassementen, waar de hand van de wijnboer niet zelden tot betere resultaten leidt dan waartoe hoog gerangschikte châteaux in staat zijn. Wat heeft het dan voor zin een vermolmd ‘classement’ in stand te houden dat meer suggereert dan het na reeksen mutaties nog waard is en in al die jaren maar twee wijzigingen onderging?(Cantemerle werd in 1856 vijfde cru en Mouton Rothschild in 1973 eerste cru)

De Fransen zouden hun wijncultuur eerder dienen met een snelle complete herklassering. Liefst door een jury van erkende ‘critici’ die niet alleen uit Fransen hoeft te bestaan.

classement de 1855