Er valt veel voor te zeggen. In het uitgestrekte gebied worden witte, rode en roséwijnen gemaakt, van droog tot zoet en van stil tot mousserend.
tekst Thierry Somers
De meeste wijnen worden als cépagewijn gemaakt; melon de bourgogne, chenin blanc, cabernet franc, sauvignon blanc en romorantin. Er is een grote variëteit aan bodemsoorten van vulkanisch tot tuffeau-kalksteen en er zijn veel beroemde appellaties: Sancerre, Pouilly Fumé, Vouvray, Saumur Champigny, Bourgueil, Chinon, Savennières en Muscadet.
Tijdens het driedaagse wijnevenement Val de Loire Millésime 2018, vraag ik aan de algemeen directeur van InterLoire, Sylvain Naulin, of de grote variëteit ook een nadeel kan zijn om de loirewijnen te positioneren bij de consument? ‘Onze positionering bied meer voordelen dan nadelen’, antwoordt hij. ‘Voor ieder smaakpalet hebben we in de Loire een perfecte wijn. En wanneer de wijntrends veranderen hebben we met onze diversiteit altijd wel een wijn die binnen de trend valt’.
Voor ieder wat wils klinkt niet als een scherpe, uitgesproken positionering en de bijzondere wijnen van de Loire-wijnmakers worden daarmee tekort gedaan. Tijdens Val de Loire Millésimes 2018 proefde ik veel eigenzinnige, uitgesproken wijnen van o.a. Roches aux Moines, Domaine Huet, Amirault-Grosbois en Domaine Filliatreau.
Rosé uit de Loire
In een serie masterclasspresentaties kwamen niet alleen de ‘paradepaardjes’ van de Loire aan bod maar ook de ‘lelijke eendjes’. Eén masterclass was gewijd aan rosé uit de Loire. Het imago van deze wijn liep in Nederland in de jaren zeventig ernstige schade op toen de markt werd overspoeld met goedkope en slechte kwaliteit rosé. Qua imago wordt de wijn nu geschaard in de categorie van ‘de wijn met de scheve hals’ of ‘wijn in mandflessen’.
De masterclass werd geleid door Elizabeth Gabay MW, een Engelse dame die geen blad voor de mond nam. ‘Ik kan de sceptische houding van de consument ten opzichte van Rose uit de Loire wel begrijpen en ook van de deelnemers aan deze masterclass’, grapt ze. Ze geeft toe dat ze in het begin zelf ook sceptisch was, maar zegt dat zoals in elk gebied er een verschil in kwaliteit is. ‘Een goede rosé d’Anjou of cabernet d’Anjou kan spectaculair goed zijn’, zegt ze enthousiast. Ze rekent de rosés van Château de Passavant, Domaine de Montgilet en Domaine de la Petite Roche tot haar favorieten.
‘In een goede rosé d’Anjou ben ik op zoek naar volle, uitbundige geuren en smaken in balans met de zuren’, zegt Gabay. ‘Ze zijn zo uitgebalanceerd dat ze half droog smaken en hebben een uitstekend bewaarpotentieel. Vaak worden deze rosés gemaakt door producenten van zoete wijn uit Bonnezeaux en Coteaux du Layon, die alles snappen van de balans tussen suiker, fruit en zuur’.
‘Vaak worden de beste rosés gemaakt door producenten van zoete wijn uit Bonnezeaux en Coteaux du Layon, die alles snappen van de balans tussen suiker, fruit en zuur’
Misverstanden
Gabay maakte van de gelegenheid gebruik om een aantal misverstanden over de kwaliteit van rosé weg te nemen. Het bevreemdt haar dat wanneer mensen in de supermarkt voor een schap roséwijnen staan en niet weten welke wijn ze moeten kiezen, men vaak kiest voor de rosé die het meest zalmkleurig is. ‘De kleur van de rosé wordt door de consument gezien als een indicatie van de kwaliteit’, legt Gabay uit. Ze voegt daar aan toe dat de prijs ook geen indicator is voor de kwaliteit van de wijn. ‘Slechts een paar producenten hebben genoeg vertrouwen om de prijs te kunnen vragen die de wijn daadwerkelijk waard is’.
‘Als een wijn zoet is gaan veel mensen in wijn-spijscombinaties voor veilig’, constateert Gabay. ‘Men combineert ze vaak met desserts en fruit, maar zoete rosé gaat goed samen met tomatensalade met geitenkaas, meloen en parmaham – producten met een mix van fruit, zuur en zoutigheid (parmaham) die een goede balans vormen met de suikers in de wijn’. Ze heeft ook oudere roséjaargangen geproefd waarvan de impressies van gedroogd fruit fraai samengingen met wildgerechten.
Gabay illustreert haar verhaal door wijnen te laten proeven uit drie categorieën rosé: rosé de Loire, rosé d’Anjou en cabernet d’Anjou. De roodkleurige cabernet d’Anjou van Domaine de Montgilet (2007) is ondanks de 34 gr/l restsuiker droog van smaak, speels in zijn fruit met frisse zuren in de afdronk.
‘De wijnen kunnen heel charmant zijn’, zegt Gabay. ‘Misschien hebben ze niet de grootsheid van grote wijnen, maar goede rosé uit de Loire biedt veel plezier in het glas’.
‘Zoete rosé gaat goed samen met tomatensalade met geitenkaas, meloen en parmaham’
Melon de Bourgogne (foto: InterLoire – Philippe Caharel)
Oudere muscadet
Een onverwacht hoogtepunt was de proeverij oudere jaargangen muscadet Sèvre et Maine. Een aantal producenten uit de deelgebieden Goulaine, Château-Thébaud, Monnières Saint-Fiacre en Mouzillon-Tillières presenteerde een selectie wijnen die heel goed kunnen ouderen.
Geweldig was Excelsior 2005 van Domaine Pierre Luneau-Papin. De wijn rijpte 36 maanden sur lie. Prachtige goudgele kleur; in de neus oxidatieve, notige tonen, sinaasappelschil, licht tropische geuren van mango en ananas, in de smaak zijdezacht, tikje boter, mineraliteit en elegante, lange afdronk met heel veel finesse en lichte bitters.
Indrukwekkend was de Tradition Stanislas 2007 van Gaec Luneau Michel et Fils uit Mouzillon-Tillières. De wijn rijpte maar liefst 54 maanden sur lie. Fraaie gele kleur, verleidelijke limoentonen in de neus, goede vulling van ananas, meloen, zilt, licht romig, in de afdronk goede zuren, bittertje, spritzig en heel veel lengte.
Oude muscadet Sèvre et Maine kan een verrassend en prijsvriendelijk alternatief zijn voor (dure) wijnen uit de Chablis. (Een fles Stanislas 2007 kost 14 euro).
Ik bezoek de twee wijnmakers Luneau – geen familie – op hun domein om meer te weten te komen over het ‘sur lie’ proces. Marie Luneau vertelt me dat melon de Bourgogne een delicaat en niet heel aromatisch druivenras is. Is het idee om een wijn ‘sur lie’ te laten rijpen om deze meer smaak te geven? ‘Het hangt af van de kwaliteit van het sap, die beïnvloed wordt door de wijngaard, de jaargang en de conditie van de druiven’, antwoordt ze. ‘Het doorrijpen van de wijn op de ‘lie’, droesem, geeft persoonlijkheid aan de wijn. Je moet wel voorzichtig zijn, want te veel rijping op de droesem kan de wijn ook te vet en romig maken’.
Stéphane Luneau laat z’n wijn zelfs 4,5 jaar ‘sur lie’ rijpen. Hij mag dat echter niet op zijn etiket vermelden, omdat de wijn binnen één jaar na de oogst, vóór 30 november, gebotteld moet zijn.
‘Melon de Bourgogne is zeer geschikt om te ouderen’, legt Stéphane uit. ‘Wanneer de wijn jong is heeft dit druivenras geen karakteristiek aroma, wat wijnmakers de kans geeft om de verschillen in terroir naar voren te brengen. Maar alleen in de cru-gebieden, waar de wijnmakers ervaring hebben met het ouderen van muscadet, kan de wijn meer dan tien jaar ouderen’.
De cru-gebieden waar Stéphane over spreekt zijn de zogenaamde negen Crus Communeaux van het Muscadet Sèvre et Maine-gebied waar de wijnmakers het dorp op hun etiket vermelden. Elk van deze deelgebieden heeft weer een eigen bodemsoort zoals schiste in Goulaine en gabbro in Mouzillon-Tillières.
Ook binnen één gebied bieden de loirewijnen veel variatie.