Producenten van barolo en barbaresco in de Piëmontese Langhe krijgen wereldwijd alle aandacht, de hoogste prijzen voor hun wijnen en claimen er de mooiste nebbiolo’s te maken. Dit is voor een groot deel waar, maar voor de oudste, meest verrassende wijnen van deze druif moeten we eigenlijk naar een streek die bij slechts weinigen bekend is: Alto Piemonte.
tekst en proefnotities Fred Nijhuis
De meeste mensen hebben wel eens gehoord van Gattinara of Ghemme, maar Carema, Lessona, Boca, Bramaterra, Sizzano en zeker Fara zijn vrijwel onbekend. Opmerkelijk, want in het noorden van Piëmonte waar deze DOP’s gelegen zijn, was wijnbouw al in de 12e eeuw een vaste waarde en in de 16e eeuw besloeg het wijngaardareaal maar liefst 40.000 ha (Barolo momenteel 2054 ha, Barbaresco
ruim 728). Rond 1900 werd de streek echter getroffen door oïdium, peronospora en phylloxera en wat resteerde werd in augustus 1905 vrijwel geheel vernietigd door een apocalyptische hagelstorm. Boeren verruilden het werk op hun boerderijen voor een baan in steden als Biella, waar de eveneens eeuwenoude wolindustrie razendsnel groeide dankzij de industriële revolutie. Textielbedrijven als Cerruti 1881, Ermenegildo Zegna en Fila namen de rol van oude wijndomeinen over als gangmakers in de regio en wijn verdween naar de achtergrond.
Variatie aan terroir
Wat Alto Piemonte zo bijzonder maakt, is de grote variatie aan terroir. Die verscheidenheid in combinatie met de kwaliteit van de wijnen is het bewijs dat de nebbiolo op veel meer gronden floreert dan vaak wordt verkondigd. De streek ligt veel dichter bij de Alpen dan de Langhe en het groeiseizoen is er langer, met grotere temperatuurverschillen tussen dag en nacht. Omstandigheden waarin fijnere, meer complexe aroma’s zich beter kunnen ontwikkelen. Ook de neerslag speelt een rol van betekenis; Lessona kent tot wel twee keer zoveel neerslag als Barolo. Vrijwel overal in Alto Piemonte reiken alcoholpercentages zelden tot 13-13,5%, terwijl in de Langhe 14,5-15% juist eerder regel dan uitzondering is.
Bodem
De bodem varieert er van zanderig (veel geel zand) tot vulkanisch (porfier), met delen die rijker zijn aan kalksteen, metalen (ijzer en aluminium), kwarts en kalium of juist morene-afzettingen uit de Alpen, aangevoerd door gletsjers en rivieren. Wat de bodem ook duidelijk onderscheidt van die van de Langhe is de Ph die daar varieert van 7 tot wel 8.8 ten opzichte van de slechts 3.5 tot maximaal 5.5 in Alto Piemonte.
Vooral de door overerving ontstane versnippering van de wijngaarden is een belemmering voor een snellere ontwikkeling van de streek
Nebbioloklonen
Michele Colombo, agronoom in Alto Piemonte, geeft aan dat onderzoek naar bodem en het beste plantmateriaal in volle gang is. Hoewel de laatste jaren veel planten uit de Langhe zijn gebruikt, heeft men geconstateerd dat de unieke bodem in de Alto Piemonte andere klonen vraagt. In 2001 hebben Prof. Franco Mannini en Dr Anna Schneider van het Consiglio Nazionale delle Ricerche uit Turijn al drie varianten van picotendro (lokale naam nebbiolo) geregistreerd, met als bijzondere kenmerken een diepere kleur en een hogere zuren. Actueel is een onderzoek naar 300 stekken nebbiolo uit verschillende delen in Alto Piemonte, waarvan in 2016 de eerste drie varianten (de B15, C10 en F4) al als specifieke klonen zijn geregistreerd. Nog eens tien zijn ‘in behandeling’ en men verwacht binnenkort een duidelijker beeld te hebben van de verschillende klonen in de streek. Ook oude rassen zoals de montenera, neretta en cellerina hebben hun belangstelling.
Noodzakelijk
Nader onderzoek is noodzakelijk, want de kennis in de streek is verloren gegaan. Het wijngaardareaal nam af van 40.000 tot amper 600 hectare en men was meer geïnteresseerd in bos- dan wijnbouw. Momenteel maken de bossen weer plaats voor wijngaarden, een kostbaar en langdurig proces. Vooral de versnippering qua eigendom van het land is een belemmering voor een snellere ontwikkeling van de streek. In de glorietijd waren de bezittingen groot en waardevol en erfgenamen wilden ze graag erven. Meestal werden de wijngaarden verdeeld in de beste, goede en minder favoriete percelen, wat bij een verdeling over meerdere erfgenamen leidde tot een versnippering van het eigendom van de wijngaarden. Volgende generaties kregen steeds kleinere percelen in bezit, vaak verspreid over en groot gebied. Toen de familie Zago het volledig vervallen Castello Castellengo kocht, was er van grondgebied amper sprake. Ontmoetingen in de lokale bar met de eigenaren van talloze kleine percelen leidden in de loop van de jaren uiteindelijk in de aankoop van in totaal 6,5 hectare aan wijngaarden. De wijn kon niet anders dan onder de naam Centovigne op de markt worden gebracht.
De oudste wijnen dateerden uit de 19e eeuw
De wijnen
Castello di Montecavallo, 1842
Nebbiolo. Zeer licht, amber tot oranje, iets rode gloed; een wijn die niet heeft geprofiteerd van het decanteren, maar zich na 175 jaar (!) nog altijd keurig presenteert, met subtiele aroma’s van gedroogde kruiden en citruszest, licht medicinaal, etherisch, met in de aanzet vrij veel zoet; de balans is prima en in de rokerige afdronk weerklinken ook tonen van sinaasappelmarmelade en honing. Niet groots maar buitengewoon interessant en een eer en genoegen om te mogen proeven.
Castello di Castellengo, 1896
Nebbiolo. Extreem licht, oranjegeel; intrigerende geur van gedroogd gekonfijt rood fruit, zoete uien, neigt naar flor, iets vluchtig, zest en hint van paddenstoelen; in de mond duidelijk zoet, mooie zuren, schoon hoewel licht vluchtig, wederom zoete uien, wat abrikoos, elegant, energiek en gewoon zeer fraai.
Villa Era, Vigliano Biellese, 1987
Nebbiolo. De kleur bevat nog altijd rode tonen; de ingetogen geur geeft subtiele impressies van gebakken zwezerik, champignons, rode vruchten, rozen, wat verse en gedroogde kruiden en aardse tonen; in de mond veel ontwikkelde aroma’s, maar ook frisse zuren en duidelijk tannine, na verloop van tijd ontwikkelen er zich aroma’s van rooibosthee en fijne specerijen, de tannine blijft en geeft een lichte droging.
Castello di Montecavallo 1931
Nebbiolo. Zeer licht van kleur, transparant amber tot oranjegeel; in de neus aardbeienconfiture, gelei van rode bessen en gedroogde bloemen, intrigerend met veel fruit, wat anijs en gedroogde kruiden; de aanzet is evenwichtig met een gedroogd restzoet, een medicinale toets en een duidelijk zilt accent (een vergelijking met bepaalde sherry’s, vin jaune of een vin santo dringt zich op) naast een fraaie kruidigheid, aangevuld met zoete specerijen, speculaas, hoge zuren en een mooie tanninestructuur; zeer fraai en nog vol leven.
Castello di Castellengo 1934
Nebbiolo. Een wijn die de nodige discussie opleverde ten aanzien van de conditie van de fles; zuiver of toch niet helemaal? De kleur is in ieder geval prima met een duidelijke rode gloed in transparant bruin; de neus lijkt niet helemaal schoon, een dweiltje of schimmeltje dat ook in de smaak terugkomt; de stijl is droog en slank met rassige tonen en tannine; lucht vermindert de stoffige tonen maar helemaal tot leven komt de wijn niet.
Villa Era, Spanna di Vigliano Riserva Speciale, 1960
Nebbiolo. Heel transparant, duidelijk rood, baksteenrood, eigenwijze geur, wat kruiden, bijna boemboe, gerijpt met herbale tonen, gedroogde tuinkruiden en wierook; de smaak is heel levendig, jeugdig met opwekkende zuren, stevig in z’n tannine, iets droging, warme gloed, veel rozen, hazelnoot, truffel en teer, elegant en overtuigend, galmt lang na; een rustieke toets in de afdronk vergeven we de wijn met genoegen; potentieel!
Tenute Sella 1965 Lessona
Nebbiolo. Zeer lichte kleur, rozerood in transparant bruin, in de neus heel kruidig, totaal anders dan 1970, bijna medicinaal, wat vluchtige tonen, naast (gedroogd) rood fruit; qua smaak vrij ver ontwikkeld, adellijke tonen, vluchtige tonen blijven, zeer levendige zuren, gedroogde rozenblaadjes, rozenwater, bitter accent in de finale; niet de beste wijn van de serie.
Tenute Sella 1970 Lessona
Nebbiolo. Roodbruin, veel evolutie, maar beslist nog een rode gloed; ver ontwikkelde geur, impressies gedroogde vruchten en bloemen, iets salmiak, wat gestoofde rode bessen; in de mond droging, nog altijd fruit, veel tannine, mooie zuren, grafiet, zuren duidelijk aanwezig, eindigt schoon, slank met een zilte toets en jonger dan de geur doet vermoeden.
Historische proeverij
Om de kwaliteit en het potentieel van de wijnen uit Alto Piemonte te benadrukken, organiseerde de Associazione Vignaioli Colline Biellesi enige tijd geleden een historische proeverij met oude tot extreem oude wijnen. Alle flessen waren in originele staat, d.w.z. nooit herkurkt, aangevuld en allemaal staande bewaard in de eeuwenoude kelders van de betreffende domeinen. Sommige kurken vielen uit elkaar bij aanraking, maar de wijnen bleken allemaal in een prima conditie, hoewel decanteren voor niet alle wijnen een toegevoegde waarde had. De kleur van veel wijnen was opvallend goed geconserveerd, hoewel de nebbiolo van nature geen donkere wijnen geeft. Wellicht dat kleine delen uva rara en croatina wat meer kleur hebben gegeven, zoals wat vespolina voor wat meer aroma’s zorgde. De proeverij betrof wijnen uit een andere era, gemaakt met andere opvattingen over wijngaardonderhoud, een rustieke vinificatie en andere klimatologische omstandigheden. De alcoholpercentages waren met 9 tot 10,5% laag, door grote opbrengsten, koeler weer en een gisting die zelden volledig was. In die tijd was enig restzoet heel gewoon.